Afspraken maak je via deze link
Dr. Katrien Klockaerts
Urologe
Dr. Hans Van Der Eecken
Uroloog
Dr. Annelies Ringoir
Urologe
Aandoeningen
Op de leeftijd van zeven jaar heeft één op tien kinderen nog meer dan driemaal per week een natte nacht. En zelfs op volwassen leeftijd plast nog 1 tot 3% ‘s nachts in bed. Soms gaat bedplassen gepaard met andere urinaire symptomen zoals een hoge plasfrequentie overdag, incontinentie en herhaalde urineweginfecties. Er bestaan goede behandelingsmethodes die heel wat kinderen kunnen helpen. Hierbij worden arts, het kind en de ouders betrokken.
Ongeveer 25% van de vrouwen krijgt tijdens haar leven te maken met urineverlies. Er bestaan 3 vormen van urineverlies: inspannings- of stressincontinentie, aandrangincontinentie en een mengvorm van de twee vorige. Na een grondige anamnese, wordt er een uitgebreid klinisch onderzoek uitgevoerd. Dit wordt aangevuld met techinsiche onderzoeken: uroflowmetrie, echografie, mictiedagboek en zo nodig cystoscopie en urodynamisch onderzoek. Voor elke vorm van incontinentie bestaat er een gerichte therapie. Dit kan levensstijladvies zijn, medicamenteus (anticholinergica, beta-receptor agonist), kinesitherapie of electrostimulatie of een heelkundige ingreep (botulinetoxine injecties in de blaas, een transobturatortape of een sacrale neurostimulator).
Moeilijkheden tot het krijgen of vasthouden van een voldoende sterke erectie kan bevredigende seksuele activiteit niet meer mogelijk maken. Er zijn verschillende zaken die hiertoe kunnen bijdragen, zowel medisch als psychologisch. Er zijn verschillende behandelmogelijkheden: Leefstijladvies, psychische begeleiding, medicatie, injectietherapie, vacuümpomp of prothese chirurgie.
Dit zijn zachte, roze wratten die alleen of in groepjes voorkomen. 1 op de 100 seksueel actieve Belgen is drager van het HPV-virus, dat de aandoening veroorzaakt. De besmetting gebeurt door seksueel contact. Condylomata zijn makkelijk overdraagbaar en dus zeer besmettelijk.
Meestal breiden ze uit, of worden ze groter. Er zijn verschillende behandelingen mogelijk: een locaal aan te brengen crème, excisie of coagulatie. Dit gebeurt onder locale verdoving in de polikliniek. De seksuele partners van de laatste 6 maanden dienen verwittigd te worden: zij laten zich ook best nakijken.
Een “verzakking” (prolaps) komt voor bij 20% van de vrouwen. Het kan gaan om een verzakking van de blaas, baarmoeder en/of darm. Dit heeft vaak een vaginaal drukgevoel tot gevolg, al dan niet gepaard met plasproblemen, stoelgangsproblemen, problemen bij betrekkingen…
De verzakking wordt geëvalueerd door anamnese, klinisch onderzoek en zo nodig aanvullende onderzoeken (echografie, cystoscopie, urodynamisch onderzoek, radiologische onderzoek). Een prolaps hoeft alleen behandeld te worden als deze klachten veroorzaakt. Mogelijke behandelingen zijn bekkenbodemspieroefeningen, een pessarium of een operatie.
Als je geen kinderwens meer hebt, kan je als man kiezen om de zaadleiders te laten doorknippen, dat noemen we een vasectomie of sterilisatie. De ingreep gebeurt meestal onder plaatselijke verdoving en gaat door in de Polikliniek. Om medische redenen, of wanneer je dat zelf wil, kan dit ook onder volledige narcose in dagziekenhuis uitgevoerd worden. De ingreep duurt ongeveer een half uurtje en wordt door de meeste mannen goed verdragen. Deze ingreep is definitief. Er is geen invloed op uw erectie en zaadlozing. Er is een werkverlet van 2-3 dagen. Na de ingreep ben je niet onmiddellijk onvruchtbaar. De eerste maanden kunnen er nog zaadcellen aanwezig zijn in het sperma. Na ongeveer 30 zaadlozingen, breng je een spermastaal binnen in het laboratorium. Het resultaat zal met u besproken worden. Enkel indien er geen zaadcellen meer aanwezig zijn in dit staal, kan je andere anticonceptie achterwege laten.
Ongeveer 25% van de vrouwen krijgt tijdens haar leven te maken met urineverlies. Er bestaan 3 vormen van urineverlies: inspannings- of stressincontinentie, aandrangincontinentie en een mengvorm van de twee vorige. Na een grondige anamnese, wordt er een uitgebreid klinisch onderzoek uitgevoerd. Dit wordt aangevuld met techinsiche onderzoeken: uroflowmetrie, echografie, mictiedagboek en zo nodig cystoscopie en urodynamisch onderzoek. Voor elke vorm van incontinentie bestaat er een gerichte therapie. Dit kan levensstijladvies zijn, medicamenteus (anticholinergica, beta-receptor agonist), kinesitherapie of electrostimulatie of een heelkundige ingreep (botulinetoxine injecties in de blaas, een transobturatortape of een sacrale neurostimulator).
Zowel mannen als vrouwen kunnen pijn ervaren bij een volle blaas, tijdens of na het plassen. Soms is dit slechts af en toe aanwezig. Het normale plaspatroon wordt door pijnprikkels gewijzigd. Dit heeft een invloed op het volume van de blaas, waardoor de klachten toe nemen. Aanvullende onderzoek om de oorzaak te achterhalen zijn nodig.
Dit probleem komt zowel mannen als vrouwen regelmatig voor. Het kan gaan om vaker aandrang hebben om te plassen, ‘s nachts wakker worden om te plassen, een zwakkere plasstraal hebben, het gevoel de blaas niet leeg te plassen of urineverlies. Ook een branderig gevoel bij het plassen, moeilijk kunnen doorplassen of startproblemen kunnen voorkomen.
Na een uitgebreide anamnese en klinisch onderzoek zullen er zo nodig gericht aanvullende onderzoeken gebeuren. Op basis van deze bevindigen wordt een therapie gestart.
De voorhuid kan te nauw zijn waardoor er infecties ontstaan, of pijn bij erecties. Dit kan zich voordoen op jonge leeftijd, of net ontstaan bij het ouder worden: huidproblemen kunnen zorgen voor littekenvorming. Dit kan behandeld worden door locaal een crème aan te brengen.
Naast tradities en culturele gewoontes, kan om medische redenen hiervoor een besnijdenis nodig zijn.
Deze infecties komen frequenter voor bij vrouwen. Meestal gaat het hier om banale infecties ter hoogte van de blaas en plaskanaal welke pijnlijk zijn en veel hinder geven. Soms kunnen ernstige problemen optreden wanneer de infectie uitbreidt naar de urineleiders en de nieren. Bij mannen verlopen de infecties vaak fulminanter.
Vanaf 3 urineweginfecties per jaar, spreken we van “recidiverende urineweginfecties”. Er dient een nazicht naar de oorzaak en het voorkomen van infecties.
SOA’s kunnen vrij onschuldig zijn, andere kunnen ernstige gevolgen hebben zoals onvruchtbaarheid, kanker, …
Dit kan soms weinig klachten geven. Indien u twijfelt of u een SOA heeft, laat u zich best testen.
Dit probleem komt voor bij alle leeftijden. Veel voorkomende klachten zijn droogheid, irritatie, pijn bij het vrijen, branderigheid en/of jeuk. Bijkomende onderzoeken kunnen noodzakelijk zijn.
Dit komt voor bij 20-30% van de mannen, op alle leeftijden. Het kan altijd al aanwezig zijn geweest, of pas op latere leeftijd optreden. Er zijn verschillende behandelmogelijkheden: medicatie, psycho-sexuele behandeling, gedragstherapie, …
Dit is een chronische pijn die wordt gevoeld in de blaasregio en die samengaat met minstens één ander symptoom, zoals toename van pijn bij vullen van de blaas, urgency (onhoudbare drang om te plassen) en/of een toegenomen mictiefrequentie overdag en ‘s nachts, en waarbij andere oorzaken zijn uitgesloten. Er is vaak pijn bij vrijen en stoelgang maken gaat moeilijk. De verschijnselen doen denken aan een blaasontsteking. Bij een blaasontsteking zitten er bacteriën in de urine en dit is bij het blaaspijnsyndroom niet het geval.
Een mogelijke behandeling hiervoor zijn spoelingen van de blaas met chondroitinesulfaat.
De binnenkant van de blaas is bekleed met een ondoordringbare laag, de Glycosamineglycaanlaag (GAG–laag) en fungeert als bescherming tegen irriterende stoffen en toxine in de urine. Deze GAG-laag bestaat o.a. uit hyaluronzuur en chondroitine. Beschadiging van deze laag kan leiden tot vermindering van de effectiviteit als beschermbarrière. Dit zorgt ervoor dat de afvalstoffen in de urine doorgelaten worden en pijn en aandrang kunnen veroorzaken. De blaasspoelingen met chondroitinesulfaat worden gegeven om de beschermlaag van je blaas te herstellen.
Dit is de meest voorkomende vorm van kanker bij de man. Bij het tijdig vaststellen, kan dit goed behandeld worden. Meestal wordt prostaatkanker vastgesteld via een bloedonderzoek waarbij de waarde van PSA (prostaat specifiek antigen) wordt bepaald. Wanneer er bij een routine bloedanalyse een opgelopen PSA wordt vastgesteld, komt u best eens langs voor een nazicht.
Bij oudere mannen ontstaat er binnen de prostaat, rond de urineleider, een goedaardige aanwas. Hierdoor vernauwt geleidelijk het urinekanaal: de straal neemt af in kracht en is soms onderbroken. Dit kan gepaard gaan met wat urineverlies. Het kan soms even duren voordat de plas op gang komt. Soms blijft het nog wat nadruppelen. Men moet tijdens de nacht gaan plassen. Er kan u gevraagd worden de IPSS in te vullen IPSS staat voor ‘International Prostate Symptom Score’ Deze symptoom-scorelijst helpt de arts en de patiënt om meer inzicht te krijgen in de klachten van de patiënt bij (vermoedelijke) prostaatklachten.
De arts zal een rectaal onderzoek uitvoeren om de prostaat te evalueren, aangevuld met een bloedonderzoek (Prostaat Specifiek Antigen), transrectale echo van de prostaat, een uroflowmetrie en zo nodig een cystoscopie.
Er zijn verschillende behandelingsmogelijkheden: medicatie (alfabockers of een 5-alfa-reductase inhibitor), homeopathie, levensstijladvies of een operatie (operatieve prostatectomie, transuretrale resectie van de prostaat (TURP) of een laser vaporisatie van de prostaat.).
Problemen met de bekkenbodem kunnen zich voordoen onder allerlei vormen en kunnen zich voordoen bij man en vrouw, op elke leeftijd. Voorbeelden hiervan zijn moeite hebben met ophouden van de urine, erg frequent of dringend moeten plassen of erg moeilijk kunnen starten met plassen, een drukkend gevoel in de onderbuik, wederkerende urineweginfecties, het gevoel hebben dat er iets uit de schede (vagina) naar buiten zakt, aan verstopping lijden of juist ontlasting verliezen. Ook kunnen er seksuele problemen door ontstaan, zoals een erectie die onvoldoende stevig is of niet lang genoeg aanhoudt. Ook een pijnlijke erectie kan voorkomen. Bij vrouwen kan de seksuele gemeenschap pijnlijk zijn.
De bekkenbodem, de blaas, de darmen en de schede liggen dicht tegen elkaar aan. Vaak komen er tegelijkertijd klachten uit deze verschillende deelgebieden voor. Daarom bestaat ons bekkenbodemteam uit een groep van artsen en paramedici. Indien gewenst, bespreken we samen uw klachten er wordt er een multidisciplinair behandelingsprogramma opgesteld. Zo kunnen we samen met u streven naar optimale zorg.
Waarom is het nodig dat verschillende specialisten elkaar om advies vragen? De uroloog kan om advies gevraagd worden als blaasklachten het belangrijkst zijn, of een maag-darm-lever arts als ontlastingsproblemen op de voorgrond staan. Een bekkenfysiotherapeut kan oefeningen bespreken bij te slappe of te gespannen bekkenbodemspieren, terwijl een seksuoloog u kan helpen bij seksuele problemen. De diëtiste kan u gepast voedingsadvies geven. De osteopaat kan een eventuele mechanische oorzaak van uw bekkenbodemprobleem aan het licht brengen. Ook Klinische Psycho-Neuro-Immunologie (kPNI) kan bij deze holistische benadering een plaats hebben.